Barcodelezers, zowel bedraad als draadloos, hebben verschillende interfaces. Ze kunnen op die manier voor veel verschillende apparaten worden gebruikt.

De basis en meest gebruikelijke interface is USB-type A. De lezer die wordt aangesloten via een USB-kabel op het apparaat, wordt geïnstalleerd als een HID-apparaat. Het werkt op dezelfde manier als een toetsenbord dat is verbonden met bijvoorbeeld de computer.

Een andere interface die kan worden gevonden in de lezer is RS232 type DB9. Het wordt meestal gebruikt bij het verbinden van de lezer met een kassa. De kassa is echter vaak uitgerust met een RJ12- of RJ45-interface. Om de lezer met een DB9-verbinding aan een dergelijke kassa te verbinden, is een geschikte adapter nodig, meestal verkrijgbaar bij de verkoper van de kassa.

De laatste beschikbare interface is PS2 (of KBW in andere woorden) - de zogenaamde toetsenbordinterface. Het is een ouder interfacetype dat steeds minder vaak wordt gebruikt, maar het komt nog steeds vaak voor in computers of kassa's. Het bedieningsprincipe van de lezer met een dergelijke interface is identiek aan dat van de USB-interface.

Naast de hierboven genoemde interfaces hebben sommige lezers ook een virtuele interface beschikbaar, de zogenaamde Virtual COM. Dit is een interface die het mogelijk maakt om de lezer op zo'n manier met de USB in te stellen dat het in het systeem als een virtuele COM-poort wordt geïnstalleerd.